De werkelijkheid waarin we ons nu bevinden is voortdurend aan verandering onderhevig en net twee weken oud. Een werkelijkheid met veel negatieve aspecten en effecten die we liever niet hadden meegemaakt. Toch zijn er niet alleen negatieve aspecten. Het Coronavirus heeft ook een katalyserend effect op creativiteit en innovaties. Wellicht zelf op transformaties..
In de afgelopen weken is er veel veranderd in hoe we in het middelbaar beroepsonderwijs met onze studenten – kunnen – werken. Was er in eerste instantie sprake van een toenemende aandacht voor hygiëne en groepsomvang, al snel werden onze gebouwen gesloten voor fysieke onderwijsactiviteiten, en niet veel later ook voor fysieke examinering die nog wel RIVM richtlijn proof was.
En hoe gaan we om met deze nieuwe realiteit? Het is niet zo gek dat we massaal ICT toepassingen zijn gaan ontdekken en gebruiken om onderwijs en examinering op afstand te geven en ondersteunen. Het is ronduit spectaculair om te ervaren hoe in maximaal 5 werkdagen bestaand onderwijs is omgebouwd. In veel verschillende uitvoeringsvarianten. Van docenten die voor de camera in het leslokaal digitaal hun les verzorgen tot geheel doordachte interactie webinars en nog veel meer.

Al deze mogelijkheden zijn niet ontstaan na 12 maart, die waren er al. Maar er was blijkbaar onvoldoende aanleiding of noodzaak om ze wel te benutten. Logisch omdat wij als docenten met liefde voor ons vak graag binnen de muren van ons klaslokaal met studenten aan het werk zijn. Logisch omdat de sociale component van onderwijs heel erg belangrijk is, voor vele collega’s een reden voor het vak van docent te kiezen.
Onlogisch omdat de inzet van ICT om efficiënter informatie over te kunnen dragen kan leiden tot tijdsbesparingen die we kunnen benutten om onze studenten beter te begeleiden. Meet ruimte voor echt contact en echte dialoog. Die vraag en behoefte neemt al jaren sterk toe..
Het toepassen van ICT in het onderwijs is een vraagstuk waarmee ik al tijdens mijn studie – toen de pc eind jaren tachtig breed haar intrede deed – werd geconfronteerd. De opkomst van het internet luidde een volgende fase van mogelijkheden in en zo gaat de ICT evolutie continu door en blijft dit vraagstuk actueel.
Een vaak gehoord argument is dat docenten onvoldoende ICT-vaardig zijn om mee te gaan met de toenemende digitalisering. Ik heb daar sterke twijfels bij. Er zijn veel voorbeelden te noemen die deze stelling ontkrachten, de ervaringen van de afgelopen twee weken spreken voor zichzelf: heel studerend Nederland is in één keer volledig digitaal. Natuurlijk lukt dat op ene plek beter dan de ander een de ene docent beter dan de andere…
Weer even terug naar het continue vraagstuk van het toepassen van ICT in het onderwijs. Onderstaand plaatje dateert van begin jaren 90 en onderscheid twee herkenbare dimensies, die van de ontwikkeling in het onderwijs en technologie.
Het zorgt er wellicht voor dat we in ons klassieke “lesscript” blijven hangen. Met dezelfde vraagstukken: Wie was er aanwezig? Hoe registreer ik presentie? Hoe organiseer ik de “online” klas, etc.
De meest logische en hanteerbare toepassing van ICT is die langs de lijn van optimalisatie. De techniek stelt ons in staat om processen te automatiseren en efficiënter te communiceren. De docent die nu in een leeg lokaal voor het whiteboard en camera lesgeeft gebruikt ICT op deze manier. Daar hoeft helemaal niets mis mee te zijn.
De interessante vraag is hoe we de mogelijkheden van de techniek kunnen benutten om nieuwe vormen van leren vorm te geven. Andere manieren van denken en anders werken om zo een nieuwe “leerrealiteit“ te ontwerpen. Het gebruiken van ICT als wezenlijk onderdeel van het samenwerkings- en leerproces. Sociale media zijn niet meer weg te denken en maken niet slechts onderdeel uit van ons privébestaan en verdienen een constructief onderdeel van het leerproces te zijn.
Dat in combinatie met de echte ontmoeting, het echte gesprek, de echte verbinding tussen docent en studenten en studenten met elkaar. Het zijn verschillende dimensies die elkaar kunnen versterken en niet uitsluiten.
Hoe mooi zou het zijn als de nieuwe realiteit die ontstaat als katalysator kan dienen om beide dimensies wat vaker bij elkaar te brengen. Het kan bijna niet anders dan dat de aanwezige denkkracht en ondernemerschap onder docenten die zich nu zo manifesteert ervoor gaat zorgen dat komende maanden de basis wordt gelegd voor transformatie naar een nieuwe onderwijsepisode.
Dan kijken we over een aantal jaar niet alleen terug op een heftige en verdrietige periode, maar ook op een momentum waarin we een belangrijke stap gezet hebben naar meer duurzaam en cyclisch leren in het beroepsonderwijs.
Er ontluikt inderdaad een nieuw era Mark: Jan Rotmans stelt geen tijdperk van veranderingen maar verandering van een tijdperk.
Elk Era vraagt om zijn eigen Perspectief vanuit haar eigen Paradigma.
Het MBO onderwijs zal m.i. verder “ ontscholen” (zoals aangeven door Ivan Illich in de jaren 70 van de vorige eeuw).
ICT en Techniek zijn hierbij niet alleen cruciale randvoorwaarden voor kennisdeling en onderwijs binnen de gevraagde eco samenleving. De werkelijke live ontmoeting tussen student-docent en student-leermeester maakt hierbij blijvend het verschil.
De eco samenleving waarvoor jongeren worden opgeleid, binnen een circulaire economie waar groei niet meer centraal staat. In het Bildungsonderwijs ontwikkelt eco persoonlijk leiderschap van onze studenten zich in sociaal en gedeeld leiderschap.
De eco samenleving wordt “vloeibaar” volgens o.a. Fibarki en Harari: de attitude dogmatique van haar burgers gaat hierbij over in een attitude dogmatique vecu waarbij participatie vanuit een persoonlijke en gezamenlijke verantwoordelijkheid de basis deugd vormt.
“ we moeten ons leven veranderen” volgens Peter Sloterdijk.
“We moeten ons onderwijs veranderen” volgens Gert Biesta waarbij Subjectivering, Socialisering en Kwalificering van onze studenten plaats vinden binnen “ het schitterend risico van ons circulair onderwijs”.